Heerlijk zoete kaneelbroodjes!
Ingrediënten
Deeg:
* 200 gram zelfrijzend bakmeel
* 30 gram suiker
* 1 theelepel backing powder (=niet hetzelfde als het Nederlandse bakpoeder)
* Een snuifje zout
* 150ml karnemelk (gewone melk en wat citroensap werkt ook, wordt het eventueel iets minder luchtig)
* 30 gram ongezouten boter
Suiker-kaneel vulling:
* 50 gram bruine suiker
* 3 eetlepels honing
* 10 gram gewone witte suiker
* 3 theelepels kaneel
* 1 snuifje zout
* Scheutje olijfolie
Glazuur:
* Poedersuiker
* Citroensap
(Geen hoeveelheid, want dat hangt er vanaf hoeveel glazuur je op je rolletjes wilt)
Bereiding
Voor het deeg: Smelt de boter, vermeng deze met de karnemelk en zet dit apart. Verwarm de oven voor op 220°C. Zeef de droge ingrediënten, voor een luchtiger deeg, en meng ze in een beslagkom. Voeg de boter met karnemelk toe en kneed dit tot een stevig deeg. Verdeel wat bakmeel over een werkblad, zodat het deeg niet blijft plakken, en rol het deeg uit in een zo rechthoekig-mogelijke vorm. Maak 1 van de langste randen van de rechthoek een beetje nat.
Maak nu de vulling. Vermeng alle droge ingrediënten, en de honing, in een kommetje, voeg vervolgens olijfolie toe tot het de consistentie heeft van nat zand. Verspreid deze vulling over het gehele uitgerolde deeg, behalve het natte randje. Rol het deeg op; begin vanaf de langste rand mét vulling en rol naar de natte rand toe.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg de deegrol op het bakpapier. Snijdt de rol in stukjes van ongeveer 1-2cm dikte en leg de rolletjes plat op de bakplaat. De rolletjes zullen wat rijzen, dus laat er wat ruimte tussen. Bak de rolletjes voor ongeveer 15-20min in de oven, tot de randen bruin en knapperig zijn.
Laat de rolletjes, als ze klaar zijn, minimaal 10 min afkoelen op een rekje of een bord. Vermeng de poedersuiker met wat drupjes citroensap totdat het een mooi glazuur is. Als finishing touch verdeel je het glazuur over de rolletjes.